0 HOME 0 INFO 0 VERKOOP 0 VERHUUR 0 REALISATIES 0 AANBIEDINGEN 0 NIEUWS 0 CONTACT 0 PRIJSLIJSTEN 0 BIJLEREN 0 LINKS 0 ELEKTRO-ONDERDELEN.BE Outletstore-hifi.be

Transmissie door de lucht: antennes en satellieten


5. Antenne-uitvoeringen: de satelliet antenne

 

g. Stralingsbron

 

Bij een paraboolantenne wordt de stralingsbron of voeding "feed" gevormd door een voedingshoorn "horn of feeder", die de volgende eigenschappen dient te bezitten:

 

•  Hij moet de microgolven opvangen die in het brandpunt F van de reflector worden geconcentreerd.

•  Hij dient zo weinig mogelijk ruis en parasieten op te vangen.

•  De interne ruis moet beperkt zijn.

•  Hij moet de signalen met de juiste polarisatie kunnen detecteren en de andere elimineren.

 

stralingsbron hoorn feeder zender golfpijp teflon teflonplaatje sonde LNB low noise block

 

 

Stralingsdiagram van de hoorn en f/D-verhouding

 

Een perfect aangepaste hoorn dient de microgolven afkomstig van de reflector op te vangen en de straling afkomstig van andere bronnen te weren. Anders gezegd: de hoorn dient alleen het hele oppervlak van de reflector te belichten.

stralingsdiagram hoorn satelliet satellieten

 

Drie manieren waarop een hoorn een parabool kan belichten:

 

1. onderbelicht: De hoorn bestrijkt maar een deel van het oppervlak. De versterking van de antenne wordt kleiner omdat een deel van de weerkaatste stralen niet wordt opgevangen. Tevens wordt er ook minder grondruis opgevangen. De zijlobben zijn dan kleiner.
2. correct belicht: De versterking van de antenne is maximaal en de zijlobben klein.
3. overbelicht: De hoorn belicht meer dan het oppervlak van de reflector. De opgevangen grondruis zal toenemen en de parasitaire lobben zijn groter. Dit heet overloop of "spill-over".

In de praktijk worden parabolische reflectoren geconstrueerd met f/D-verhoudingen tussen 0,3 en 0,6. Dit is een goed compromis tussen:

•  een diepe reflector (met weinig parasitaire lobben) en

•  een ondiepe reflector (met een grote versterkingsfactor).

Uit de vorige figuur wordt duidelijk dat een hoorn die bedoeld is om met een bepaalde reflector te worden gebruikt - d.w.z. met een bepaalde f/D-verhouding - met een andere reflector met verschillende f/D-verhouding, onbevredigende resultaten kan opleveren.

Momenteel worden hoorns evenwel op een zodanige manier geconstrueerd dat ze redelijk goed passen op reflectoren met verschillende f/D-verhoudingen, bv. tussen 0,3 en 0,5.

 

Hoorntypes

 

De hoorn heeft een opening in een bepaalde vorm:

 

•  aangepast aan de reflector en

•  aan de golfgeleider die de microgolven naar de converter (LNB) toe leidt.

In de praktijk is de opening:

•  rechthoekig of

•  cirkelvormig

 

Dit geldt eveneens voor de doorsnede van de golfgeleider.

 

Er bestaan 2 soorten hoorns = feeders:

•  circulaire hoorn

•  scalaire hoorn

 

De circulaire hoorn bestaat dus met een rechthoekige of cilindrische doorsnede.

 

•  De circulaire hoorn

 

 

Rechthoekige doorsnede

Cilindrische doorsnede

Zijaanzicht

Vooraanzicht

 

De hoorn met een cilindrische doorsnede is van betere kwaliteit.

circulaire hoorn

Deze hoorn moet exact in het brandpunt geplaatst worden. Men moet ervoor zorgen dat men geen spill-over en geen onderbelichting krijgt. De hoorn moet aangepast zijn aan de paraboloïde.

 

•  De scalaire hoorn

 

Type dat momenteel veel gebruikt wordt.

Bestaat uit een golfpijp met op zijn opening een systeem van concentrische ringen, die de hoorn aan de reflector moet aanpassen.

Bij hoorns van bepaalde producenten kan het ringensysteem over golfpijp heen en weer worden bewogen zodat de hoorn zeer nauwkeurig aan de reflector aangepast kan worden. Bij de meeste hoorns (serieproductie) bezit het ringensysteem een vaste positie t.o.v. de golfgeleider.

scalaire hoorn scalair

 

Bij deze hoorn heeft men meer speling over de plaatsing van de hoorn. Iedere botsing zorgt wel voor een verzwakking van het signaal. Deze hoorn kan lichtjes uit het brandpunt geplaatst worden.

scalaire hoorn scalair

Vooraanzicht van scalaire hoorns voor 12 en 4 GHz:

scalaire hoorn scalair

Zijaanzicht van scalaire hoorns voor 12 en 4 GHz:

scalaire hoorn scalair

 

Werking

 

De theorie i.v.m. golfgeleiders en hoorns levert de basis om de optimale afmetingen van een hoorn te berekenen in functie van de optimale afmetingen van een hoorn te berekenen in functie van de te ontvangen frequentieband. De karakteristieke afmetingen van een hoorn, diameter van de opening, zullen bij 4 GHz bv. 3 keer groter zijn dan bij 12 GHz.

Op het einde van de golfgeleider zit een sonde = "probe" , die de microgolfenergie opvangt en doorstuurt naar de versterker en de converter. De sonde dient optimaal aangepast te zijn aan de golfgeleider, d.w.z. dat zoveel mogelijk opvallende energie - afkomstig van de reflector - door de sonde opgevangen moet worden en zo weinig mogelijk moet weerkaatst worden. Net zoals bij alle systemen die golven transporteren, wordt de verhouding van weerkaatste en opvallende energie uitgedrukt door de staande-golf verhouding S :

 

R = reflectiecoëfficiënt

 

S is vooral afhankelijk van de plaatsing van de hoorn en de relatie golfpijp/sonde.

De weerkaatsing is minimaal indien R = 0 en dan is S = 1. Dit betekent dat een maximum aan energie wordt doorgegeven.

 

werking satelliet

Indien R daarentegen toeneemt, zal ook S groter worden en zelfs oneindig als R de eenheid nadert of m.a.w. een maximum aan energie wordt weerkaatst.

werking satelliet

Stel dat 50 % opgenomen wordt.

 

 

Een goede hoorn zal in de praktijk een staande-golf-verhouding bezitten in de orde van 1,2. Over het algemeen is een verhouding tussen 1,4 en 1,6 acceptabel (standaardinstallatie).

 

Polarisatie van satellietgolven

 

De golven die een satelliet uitzendt zijn gepolariseerd. Dit betekent dat de uitgezonden EM trillingen evenwijdig lopen met een bepaalde richting. In dit geval gaat het om horizontale en vertikale polarisatie. Indien ze een draaiende beweging maken spreekt men van circulaire polarisatie. Afhankelijk van de draairichting hebben we het over linksom- of rechtsomdraaiende circulaire polarisatie.

polarisatie van satellietgolven satelliet satellieten golf golven werking

 

De bandbreedte van een satellietstation of antenne-installatie ligt in de ordegrootte van 500 MHz. Eén zender heeft een BB nodig tussen 18 en 36 MHz. We nemen een praktische waarde van 30 MHz.

 

Hoeveel zenders kan door de antenne-installatie ontvangen worden en waarom?

Ongeveer 60. In theorie kunnen er 16 zenders naast elkaar. Je hebt 4 polarisaties. In iedere 30 MHz kan je 4 zenders doorzenden.

 

Om nu al deze verschillende golftypes te kunnen detecteren, moet de sonde horizontaal of vertikaal opgesteld zijn.

 

Vooraanzicht van een scalaire hoorn met sonde:

•  vertikale sonde

•  horizontale sonde

vertikale horizontale sonde scalaire hoorn

 

Een voorafgaand hulpstukje is noodzakelijk om de circulair gepolariseerde golven om te vormen tot vertikaal of horizontaal gepolariseerde golven. Dit hulpstukje bestaat uit teflon en is geplaatst onder een hoek van 45° t.o.v. de sonde.

 

Vooraanzicht van een scalaire hoorn met sonde:

•  vertikale sonde met teflonplaatje

•  horizontale sonde met teflonplaatje

scalaire hoorn horizontaal vertikaal horizontale vertikale sonde teflon teflonplaat teflonplaatje

Vermits alle golven na het diëlektricum (teflonplaatje) vertikale of horizontale golven zijn, heeft men bij de detectie alleen nog te doen met lineaire polarisatie. Eén antenne kan zowel horizontaal als vertikaal gepolariseerde golven detecteren en dit op één van de volgende manieren:

 

1. met een draaimechanisme

•  meest gebruikte methode

•  de sonde wordt over 90° of meer gedraaid d.m.v. een kleine motor

•  motor gevoed door een gelijkspanning afkomstig van de kanaalkiezer in de ontvanger

•  synoniemen: polarisator = polarizer = polarotor

 

2. met ferriet-schakeling

•  ferriet = chemische verbinding van ijzer en nog een tweede metaal met zuurstof

•  ferrietschakelingen worden gebruikt bij tuners van radio's

•  de ferrietschakeling regelt de overgang van vertikale naar horizontale polarisatie en omgekeerd

 

3. met PIN-diodes

PIN-diode PINdiode intrinsiek gebied

 

4. met een polarisatiewissel

 

•  na de cirkelvormige golfpijp bevindt zich achteraan op de hoorn een overgangsmechanisme, een wissel, die de golven naar 2 rechthoekige golfpijpen (één vertikaal en één horizontaal) met verschillende polarisatie leidt

polarisatiewissel

polarisatiewissel

•  elk van deze golfgeleiders stuurt een ruisarme versterker/converter. Een selectie van de juiste versterker geeft ons het versterkte antennesignaal (horizontaal of vertikaal gepolariseerd).

 

Positionering en bevestiging van de hoorn op de reflector

 

Het is bijzonder belangrijk dat de hoorn nauwkeurig in het brandpunt F van de paraboolantenne wordt gemonteerd. In de praktijk komt dit neer, dat het brandpunt zich bij de ingang van de hoorn dient te bevinden en dat de as van de hoorn exact met de as van de reflector dient samen te vallen. Een onnauwkeurige positionering van de hoorn leidt tot belangrijke verliezen in versterking.

positie positionering bevestiging hoorn reflector satelliet opbouw opstelling

(a) correcte positionering van de hoorn

(b) foute positionering: de assen vallen niet samen

 

Ga naar het volgende hoofdstuk

 

Keer terug naar het vorige hoofdstuk

 

 

 

Inhoud: Transmissie door de lucht: antennes en satellieten

  1. Inleiding
  2. Overzicht van de gebruikte frequenties
  3. Overzicht kanalen - frequenties - golflengten
  4. Voortplanting elektromagnetische golven
  5. FM- en televisie-antennes:
    a. werking
    b. afmetingen
    c. bandbreedte
    d. versterking
    e. richtingswerking
    f. aansluitweerstand
  6. Antenneuitvoeringen: de dipool antenne
  7. Antenneuitvoeringen: de satelliet antenne:
    a. focusseren met een parabolische reflector
    b. karakteristieken van een parabool
    c. versterking
    d. rendement
    e. openingshoek en richtingsgevoeligheid
    f. antenneruis
    g. stralingsbron
    h. soorten paraboolantenne