0 HOME 0 INFO 0 VERKOOP 0 VERHUUR 0 REALISATIES 0 AANBIEDINGEN 0 NIEUWS 0 CONTACT 0 PRIJSLIJSTEN 0 BIJLEREN 0 LINKS 0 ELEKTRO-ONDERDELEN.BE Outletstore-hifi.be

Phonovoorversterker

 

1. Inleiding

 

De goede oude vinylplaat is op sterven na dood. Op veel nieuwe versterkers is geen phono-ingang meer voorzien. Maar in het deejay-milieau wordt nog frequent met platen gedraaid. Op deejay-mengpanelen zijn daarom nog vaak twee phono -ingangen voorzien met MD-voorversterker.

 

De phono-voorversterker heeft 2 functies:

•  versterking
•  frequentiecorrectie

 

De spanning die een pick-up element levert is zo klein dat er een versterking van enkele tientallen keren nodig is om het signaal op hetzelfde niveau te brengen als dat van een tuner of CD-speler. De uitgangsspanning van een pick-element is zo'n 3 mV voor een magnetodynamisch (MD) type en gemiddeld rond 0,3 mV voor een moving coil (MC) exemplaar. Het verschil tussen de twee types wordt besproken in het hoofdstuk over platendraaiers. MD-elementen worden het meest gebruikt.

Naast de versterking gebeurt er ook nog een frequentiecorrectie. Het uitgangssignaal van een platendraaier dient een frequentiecorrectie te ondergaan volgens de norm van de RIAA (Recording Industries Assocation of America). Waarom is die correctie nodig? Kortweg gezegd omdat een pick-up element een omzetter is van snelheid naar spanning. De snelheid waarmee de naald van een element zijdelings heen en weer beweegt is niet alleen afhankelijk van de amplitude van de groef maar ook van de frequentie. Bij een hogere frequentie zal de naaldpunt vaker per seconde de top-top afstand afleggen. Wil men echter alle frequenties zodanig op de plaat hebben dat het element bij het afspelen een rechte frequentiekarakteristiek heeft, dan zal de gemiddelde snelheid bij elke frequentie even groot dienen te zijn. Dat houdt in dat de groefuitwijkingen op de plaat bij lage frequenties heel groot moet zijn en bij hoge frequenties heel klein. En dat is niet praktisch. Grote groefuitwijkingen nemen te veel ruimte in beslag en verkorten de speelduur. Zeer kleine groefuitwijkingen gaan verloren in de korrelstructuur van het vinyl, zodat de hoge frequenties compleet verdrinken in de plaatruis. De oplossing voor die problemen is door de platenproducenten gevonden in de vorm van de RIAA-correctie. Bij het snijden van de plaat worden de lage tonen verzwakt en de hoge versterkt. De opnamekarakteristiek hieronder laar zien hoe dat gebeurt.

 

verkoop platendraaiers pick-up phono voorversterker riaa correctie weergavekarakteristiek opnamekarakteristiek

 

Tussen 500 Hz en 50 Hz wordt het aan de snijbeitel toegevoerde signaal met 6 db/oktaaf verminderd, tussen 500 Hz en 2120 Hz blijft de amplitude constant, terwijl daarboven het signaal met 6 dB/oktaaf wordt versterkt.

 

Door deze correctie komt de groefamplitude voor zowel hoge als lage frequenties in dezelfde orde van grootte te liggen. Als we bij het afspelen van de plaat willen het originele geluid terugkrijgen, dan moet er natuurlijk weer gecorrigeerd worden. In een MD-voorversterker dient dus een nauwkeurige correctie plaats te vinden volgens de weergavekarakteristiek die hierboven getekend is.

Ga naar het volgende hoofdstuk...