0 HOME 0 INFO 0 VERKOOP 0 VERHUUR 0 REALISATIES 0 AANBIEDINGEN 0 NIEUWS 0 CONTACT 0 PRIJSLIJSTEN 0 BIJLEREN 0 LINKS 0 ELEKTRO-ONDERDELEN.BE Outletstore-hifi.be

Transmissie door de lucht: antennes en satellieten


5. FM- en televisie-antennes

 

f. Aansluitweerstand en aansluitbekabeling

 

•  Aansluitbekabeling

 

Voor de aansluitbekabeling komen volgende kabels in aanmerking:

 

Om de antennespanning met zo weinig mogelijk verlies en storingen naar de ontvangeringang te transporteren, moeten de aansluitweerstanden van de antenne en van de antennekabel ongeveer gelijk zijn. Indien niet wordt niet alle energie opgeslorpt en een deel wordt teruggereflecteerd.

Noot:

Vanaf 1 GHz neemt men impedanties van 50 ohm. Hoe lager de impedantie van de kabel, hoe hoger het afsnijpunt van de kabel, hoe meer frequenties erdoor kunnen. Dit heeft dus te maken met centen.

 

AM heeft grotere golflengten dan FM. AM is bezet door internationale zenders omdat de lange golflengten verder reiken. De bandbreedte van de kanalen daalt dan wel. FM reikt zo ver, dus kan men overgaan tot meervoudig gebruik van dezelfde kanalen in verschillende regio's.

 

•  Maximale vermogenoverdracht

 

U is de uitgangsspanning van de bron (bv. antenne)

Ra is de uitgangsimpedantie van de bron

Rb is de ingangsimpedantie van de ontvanger (bv. radio)

Ub is de ingangsspanning van de ontvanger

 

Bronvermogen

 

Als R a = R b = R dan

 

Vermogen in R b :

 

 

Maximum gedissipeerd vermogen in Rb treedt op als de afgeleide van de functie (= vermogen) naar de weerstand Rb gelijk aan nul wordt. Voor een maximum moet:

De functie is een teller gedeeld door een noemer. Wat is de afgeleide van een breuk?

 

 

 

U is een constante en is groter dan nul.

R a is ook een constante

R b + R a > 0 en mag dus weggelaten worden

 

 

De voorwaarde voor een maximale vermogenoverdracht is dus dat in- en uitgangsimpedantie gelijk zijn.

 

Toepassing:

 

U

R a

R b

I

U Rb

P

100 V

50 W

50 W

1 A

50 V

50 W

100 V

50 W

100 W

2/3 A

200/3 V

400/9 = 44,4 W

100 V

50 W

25 W

4/3 A

100/3 V

400/9 = 44,4 W

 

Samenvatting:

Ra moet ook zeer klein zijn voor maximale stroomoverdracht, want .

 

 

•  Aansluitweerstand

 

Wat betekent hier het begrip aansluitweerstand? Deze weerstandswaarde heeft niets te maken met de meetbare elektrische (gelijkstroom)weerstanden van draden en leidingen. Het gaat hier om de schijnbaar aanwezige weerstand die op het voerpunt van de antenne voor de hoogfrequentie spanning werkzaam is ; relatie tussen stroom en spanning. Deze aansluitweerstand noemt men karakteristieke impedantie .

Bij antennekabels is deze weerstand afhankelijk van:

Bij de antenne is deze weerstand afhankelijk van:

Omdat we voor de leidingen alleen 300 W -kabel of 75 W -kabel tot onze beschikking hebben, is het voldoende de antennes onder te verdelen in twee groepen:

 

Ga naar het volgende hoofdstuk

 

Keer terug naar het vorige hoofdstuk

 

 

 

Inhoud: Transmissie door de lucht: antennes en satellieten

  1. Inleiding
  2. Overzicht van de gebruikte frequenties
  3. Overzicht kanalen - frequenties - golflengten
  4. Voortplanting elektromagnetische golven
  5. FM- en televisie-antennes:
    a. werking
    b. afmetingen
    c. bandbreedte
    d. versterking
    e. richtingswerking
    f. aansluitweerstand
  6. Antenneuitvoeringen: de dipool antenne
  7. Antenneuitvoeringen: de satelliet antenne:
    a. focusseren met een parabolische reflector
    b. karakteristieken van een parabool
    c. versterking
    d. rendement
    e. openingshoek en richtingsgevoeligheid
    f. antenneruis
    g. stralingsbron
    h. soorten paraboolantenne