ARCHIEF: artikelen van 2005
ARTIKELS ELEKTRONICA:
In de tabel van het voorgaande hoofdstuk kan men de versterking aflezen bij verschillende rendementsfactoren. Voor een ideale antenne zou de rendementsfactor 1 of 100 % zijn. In de praktijk hangt het rendement af van verschillende factoren :
Het oppervlak van de reflector dient zo nauwkeurig mogelijk aan te sluiten op de ideale paraboolvorm en dit schept altijd productietechnische problemen. Wanneer het oppervlak van de reflector niet meer nauwkeurig de paraboolvorm heeft, gaan de weerkaatste stralen niet meer door het brandpunt F en de versterking neemt af. Stralen die op een oneffenheid in het oppervlak terechtkomen (bv. een schroef) worden in alle richtingen weerkaatst ( verstrooiing ).
We dienen te weten welke graad van onnauwkeurigheid aanvaardbaar is, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de prestaties (versterking, richtingsgevoeligheid). Over het algemeen worden onnauwkeurigheden of afwijkingen in het oppervlak tussen 1/32 en 1/16 van de golflengte nog geaccepteerd.
Voorbeeld:
= 25 mm --> marge van 0,78 tot 1,56 mm
= 75 mm --> marge van 2,34 tot 4,68 mm
Uit dit voorbeeld blijkt wel dat een antenne die bij 4 GHz nog bevredigende resultaten heeft, bij 12 GHz slecht zou kunnen werken omdat de tolerantie in verband met de kwaliteit van het oppervlak daar veel kleiner is.
Raming van de verliezen in functie van de onnauwkeurigheid van het oppervlak:
Afwijking (mm) |
Verlies aan versterking (dB) |
|
4 GHz |
12 GHz |
|
0,1 |
1 |
3 |
1 |
11 |
30 |
2 |
21 |
51 |
3 |
30 |
65 |
4 |
37 |
76 |
Hoe komen die onnauwkeurigheden er?
Ga naar het volgende hoofdstuk
Keer terug naar het vorige hoofdstuk
Inhoud: Transmissie door de lucht: antennes en satellieten