ARCHIEF: artikelen van 2005
ARTIKELS BEELD:
Het shot
De basiseenheid van de filmtaal of videotaal is het shot, ook wel de opname genoemd. Een shot is een opname in één keer, van het moment dat u de camera laat draaien ("Actie!") tot het moment dat u de de opname stopt ("Cut!"). natuurlijk kan u bij de montage een shot nog inkorten.
De scène
Wanneer men meerdere shots samenbrengt om iets te vertellen, noemt men deze verzameling shots die binnen de actie een eenheid van plaats vertonen, een scène.
Voorbeeld: de scène in de hall, de scène op de trappen, de slaapkamerscène.
De sequentie
Een groep scènes die een eenheid van actie vertonen, noemen we een sequentie. het is een openeevolging van scènes op verschillende plaatsen maar die verbonden zijn door eenzelfde dramatische inhoud.
Voorbeeld: een achtervolgingssequentie met een scène in een bank, een scène op de daken en een scène in de auto.
De opnamegroottes
Omdat we het verhaal gaan onderverdelen, laten we de dingen zien door ze te situeren, door ze meer of minder belang te geven, door ze van verder of dichterbij te cadreren. We gaan dus pelen met verschillende opnamegroottes en hun betekenis. Hier volgen ze, van het breedste tot het allerkleinste shot.
HET EXTREME LONG SHOT
Dit shot toont het landschap, situeert de plaatsen waar de actie plaatsvindt. het decor primeert. Het extreme long shot is een veel gebruikt openingsshot.
HET LONG SHOT
We zien de ruimte waarin zich de actie afspeelt, de posities van de personages, de personages zelf. Deze worden van kop tot teen getoond. Als de nadruk duidelijk op het (centrale) personage ligt en minder op het decor, spreken we ook van een "full shot".
HET MEDIUM LONG SHOT
Het personage wordt afgesneden boven de knieën. In dit beeld kunnen we de persongaes goed zien, de actie van dichtbij volgen.
HET MEDIUM SHOT
Het personages wordt getoond vanaf het middel. Zeer veel gebruikt shot, omdat het de kijker als vanzelfsprekend bij het gebeuren betrkt. Een medium shot geeft ongeveer weer wat wij zelf zouden zien als wij in de actie een rol zouden spelen.
HET BORSTSHOT
Wordt ook "head & shoulders close-up" genoemd. Het gezicht van het personages boven de borst, wordt het centrum van het beeld. We kunnen nu zijn wisselende blikken volgen, de subtiele veranderingen in zijn gelaatsuitdrukking. De identificatie van de kijker met het personage is zeer groot.
DE CLOSE-UP
Die kan een lichaamsdeel zoals het hoofd, een hand, de voeten of een ander voorwerp laten zien. Een close-up legt de nadruk op het detail. Hij maakt dikwijls iets duidelijk.
HET DETAILSHOT
Nog gedetailleerder dan de close-up.
Bij de opname of de de montage laat u de shots een bepaalde tijd duren naargelang hun grootte. Een long shot duurt in principe langer dan een borsthot, omdat er meer informatie in verwerkt is. Ruimere shots zijn in het algemeen langer, close-ups korter. Het spreekt vanzelf dat men een close-up abnormaal lang kan laten duren om een specifiek effect te bekomen. In film en video mogen de regels overtreden worden als men daar een goede reden voor heeft !
De camerahoeken
Synoniem voor opnamehoeken. Als u een scène bijwoont, staat u er niet altijd recht voor, us taat ook niet altijd rechtop en u kijkt niet altijd horizontaal. Bij een luchtvaartmeeting of als u een oud paleis bezoekt, richt uw blik zich naar boven, naar de lucht of het plafond. Als u vanop uw balkon de vissersboten ziet uitvaren of een processie ziet voorbijkomen, kijkt u naar beneden. Deze kijkhoeken noemen wij camerahoeken in deze reeks.
Horizontaal kijken, op ooghoogte, is de normale opnamehoek. Als u niet horizontaal kijkt, kijkt u naar boven of naar beneden. Door opwaarts of neerwaarts te filmen, creëert u een specifiek effect, dat dramatisch interessant kan zijn omdat het beeld er een extra betekenis aan ontleent.
HET VOGELPERSPECTIEF
We spreken van vogelperspectief als de camera zich hoger bevindt dan het onderwerp. Het vogelperspectief kan minder of meer uitgesproken zijn naargelang men recht naar beneden kijkt of in mindere of meerdere mate schuin. Een vogelperspectief domineert het personage, verplettert het. Het lijkt klein, door het leven overheerst. Voorbeeld: een rechter die naar een dader kijkt vanuit zijn stoel.
HET KIKKERPERSPECTIEF
We spreken van kikkerperspectief als de camera zich lager bevindt dan het onderwerp. In kikkerperspectief lijkt een personage hoogmoedig, verwaand, superieur.
In bepaalde situaties zijn deze opnamehoeken volkomen natuurlijk, zonder dat ze een psycohologische betekenis geven aan de actie. Als u zich op een bergweg bevindt en u kijkt naar beneden naae een groep wielrenners die de helling opfietsen, is dat volkomen normaal. Ams u dit filmt, geeft u een indruk van moeite en inspanning. Als u van onder uit een alpinist filmt die aan een touw tegen een rotswand hangt, gebruikt een volkomen natuurliojke kijkhoek, die nochtans uw onderwerp een lichtheid en een superioriteit geeft in alle betekenissen.
Speel met deze opnamehoeken om uw beelden sterker en expressiever te maken. Het water van een waterval lijkt wilder als u uw camera op de grond zet, licht naar boven gericht. Maar wees voorzichtig! Een te grote opeenstapeling van originele en gezochte opnamehoeken leidt ertoe dat ze hun uitdrukkingskracht verliezen en saai worden.
De camerabewegingen
Uw camera is als het ware een verlengstuk voor uw blik. Uw ogen kunnen bewegen, maar ook uw hoofd: dat kan draaien en op en neer bewegen. Hetzelfde gebeurt bij het filmen: u kan uw camera deze bewegingen laten uitvoeren. Natuurlijk moeten die camerabewegingen om een of andere reden nodig zijn of door u gewild, bv. omdat u een ruimte wil laten verkennen of een personage wil volgen.
De meest vanzelfsprekende camerabeweging is:
DE PANO en DE TILT
U laat uw camera bewegen alsof u - stilstaand - uw hoofd horizontaal of vertikaal laat bewegen, van links naar rechts (PANO) of van boven naar onder (TILT) of vice versa.
Deze bewegingen komen overeen met bv. de blik die over een landschap glijdt terwijl hij de horizon volgt of met de verkenning van een groot gebouw, dat men van beneden naar boven bekijkt.
De pano dient om een decor beetje bij beetje te verkennen of om een bewegend voorwerp te volgen. Hij kan ook dienen om twee acties ruimtelijk te verbinden. Zoals alle andere elementen van de videotaal kan ook de pano betekenis geven, lokt hij psychologische interpretaties uit, creëert hij een dramatisch effect.
Voorbeelden: een langzame horizontale pano over een berglandschap kan het indrukwekkende van het landschap in de verf zetten. Een trage pano langs de gezichten van vijandige mensen die in onze richting kijken kan daarentegen een extreme dramatische spanning creëren. U kan al deze finesses van de videotaal goed gebruiken.
We kunnen ook de pano en de tilt mengen, zonder daarom een perfecte schuine lijn te volgen.
Hoe vanzelfsprekend deze beweging ook lijkt, het is niet gemakkelijk om een goede pano te realiseren. Al te vaak beweegt de camera van amateurs in alle richtingen, zonder dat daarvoor een goede reden is.
Bij sommige voorstellingen van amateurvideo's komt men buiten met een gevoel dat het best te vergelijken is met zeeziekte.
Enkele tips:
DE TRAVEL
De travel is een verplaatsing van de camera tijdens het shot.
Men kan ook een travel vertikaal uitvoeren. Voorbeeld: opname in een glazen lift.
De zoom
Men deze ook "optische travel", terwijl het in feite niet om een camerabeweging gaat. Het is een illusie van travelling. Met een lens met variabele brandpuntsafstand - een zoomlens - kan u een effect verkrijgen dat lijkt op dat van een achterwartse of voorwaartse travel. Door op de zoomknop te duwen verandert u de plaats van de lenzen in een zoomlens. Op die manier kan u bv. overgaan van de groothoek- naar de telelens, m.a.w. van een zeer ruim naar een zeer gedetailleerd beeld (of omgekeerd). Een zoomopname geeft een vervorming van het normale beeld, wat bij een travel niet het geval.
De verleiding om te pas en te onpas gebruik te maken van de zoomlens is groot. De zoom is erg praktisch om een cadrage te bapeln zonder van positie te veranderen. Maak er TIJDENS het filmen niet te veel gebruik van. Gebruik vaste shots.
Enkele tips:
Het vaste camerastandpunt
Waarom hebben we dit niet eerst behandeld, dat was toch logischer geweest? Toch niet. U hebt nu al deze camerabewegingen gezien, al deze verleidelijke en handige combinaties, die nochtans makkelijk worden misbruikt. De grote kunst van een filmmaker ligt niet in het laten springen van zijn beelden in alle richtingen maar in zijn spelen met het vaste camerastandpunt.
Uw onderwerpen bewegen! Leer dus vaste shots maken waarin de voorwerpen en personen bewegen (gebladerte, riviertjes, wielrenners,...). Laat spelend kinderen ongestoord spelen. Leer het leven van de dingen en de mensen die u filmt, respecteren, zonder tot elke prijs te willen tussenkomen met - dikwijls ongepaste - camerabewegingen.
We zullen nooit genoeg de lof kunnen zingen van het vaste camerastandpunt. Bij wijze van oefening kunt zich de volgende keer als u filmt u zich even afvragen waarom een bepaalde camerabeweging beter zou zijn dan een vast camerastandpunt. Vraag u af of de beweging wel verantwoord is.
Ga naar het volgende hoofdstuk
Keer terug naar het vorige hoofdstuk
Inhoud "UW EERSTE FILM: Inleiding tot de videotaal ":
Bron: Panasonic